Anouk van Dijk: Happy Down Under

In december staat het Australische dansgezelschap Chunky Move van Anouk van Dijk met de voorstelling 247 DAYS in verschillende grote theaters in Nederland en Vlaanderen. In haar nieuwe woon- en werkomgeving in Melbourne zocht Onno Stokvis de choreografe op. Hij sprak de winnares van de Gouden Zwaan 2012 over haar werkzaamheden als algemeen directeur/artistiek leider van dit cutting-edge gezelschap.

door Onnno Stokvis

Het is eind juli en een koude winteravond wanneer ik Anouk van Dijk tref op het terras van een café in Albert Park, een rustige wijk van Melbourne, net even buiten het centrum. Melbourne is met bijna viereneenhalf miljoen inwoners na Sydney de tweede stad van Australië, maar veel meer dan die stad van banken, verzekeraars en big industry, de culturele hoofdstad. De terrasverwarming van het café brandt er lustig op los, want aan energiebesparing wordt niet veel gedaan in dit land met 23 miljoen inwoners, dat echter zo groot is als heel Europa en rijk gezegend met natuurlijke rijkdommen en hulpbronnen.

Anouk is enigszins uitgeput. Ze heeft net een serie workshops Countertechnique achter de rug en werkt keihard aan de creatie van een nieuwe voorstelling met haar gezelschap Chunky Move. Ze wordt vergezeld door haar partner Jerry Remkes, die werkt als de dans- en theaterprogrammeur van het grote muziektheater en concertgebouw complex Arts Centre Melbourne en dochter Oonagh van 11 jaar. Na de hartelijke begroeting gaan Jerry en Oonagh terug naar huis, een kleine houten eengezinswoning met waranda, typerend voor het bouwen in Australië van voor 1940. Het huis ligt niet ver van de studio’s en kantoren van Chunky Move, een middelgroot dansgezelschap waarvan Anouk nu twee jaar artistiek leider / algemeen directeur is. Ze heeft de opdracht zelf choreografieën te maken, jonge veelbelovende choreografen te begeleiden op weg naar volwassenheid en activiteiten te ontplooien op het gebied van de danspedagogiek.

Mannenmaatschappij

Toen Anouk in 2012 aan deze baan begon, was ze geen onbekende meer in Australië. Zes jaar eerder stond ze met haar Nederlands dansgezelschap, Anoukvandijk dc in de black box van de Sydney Opera House en op het Adelaide festival met de voorstelling STAU. Optredens die een onderdeel vormden van DUTCH DARE, een project georganiseerd door het Fonds voor de Podiumkunsten ter gelegenheid van de viering van 400 jaar betrekkingen Nederland-Australië. En daarna is ze er nog een paar keer opgetreden. Maar misschien belangrijker: ze kende oprichter Gideon Obarzanek van Chunky Move, nog uit de tijd dat deze danser was bij Paul Selwyn Norton en choreografieën maakte voor NDT2. Het was daar dat hij Anouk vroeg de dansers van NDT2 les te geven, om ze meer bewegelijkheid bij te brengen nodig voor de uitvoering van zijn choreografieën. Toen Obarzaneks positie van artistiek leider bij Chunky Move in 2011 vrijkwam, was Anouk een van de vele choreografen die op deze gewilde functie solliciteerde. Dat zij als vrouw en dan ook nog van buiten Australië de functie kreeg was bijzonder. ‘Australië’, vertelt Anouk, ‘is een mannenmaatschappij waar vrouwen op leidinggevende posities uitzonderingen zijn. En op culturele functies als deze worden bij voorkeur Australiërs geplaatst’.

De vleugels uitslaan

Naast Anouk waren er nog vier andere choreografen uit Nederland die op de functie hadden gesolliciteerd. Een logisch gevolg van de recente bezuinigingen op cultuur en de krimpende arbeidsmarkt in de moderne dans in Nederland. Talentvolle choreografen die een noodzakelijk volgende stap in hun ontwikkeling als kunstenaar willen maken, krijgen bij ons onvoldoende kansen. Zij en ook de dansers met wie zij werken, trekken weg wanneer ze de mogelijkheid krijgen hun artistieke praktijk elders uit te breiden en te verrijken. Anouk is dan ook niet de enige die recent ons land verliet. Zo werken onder anderen sinds enkele jaren Paul Selwyn Norton in Perth (Australië), Nanine Linning in Heidelberg, Itzik Galili als freelancer over de hele wereld, en heel recent Uri Ivgy en Johan Greben in Bytom (Polen). Deze generatie choreografen die nu zo rond de vijftig is heeft zich sterk gericht op het onderzoek en de ontwikkeling van de bewegingsmogelijkheden van de danser en zijn lichaam. De analyse, de constructie en deconstructie van beweging staat bij hen hoog in het vaandel. Dit resulteerde in virtuoze en danstechnisch hoogontwikkelde dansers, in staat tot prachtige bewegingssequenties, respect en bewondering afdwingend in binnen- en buitenland.

Deze braindrain van jarenlang met overheidsgeld ondersteunde choreografen is een forse kapitaalvernietiging voor de Nederlandse dans. Het is dan ook te hopen dat er in de toekomst genoeg mogelijkheden blijven bestaan om in Nederland kennis te nemen van hun verdere artistieke ontwikkeling. Hetzij doordat ze bij ons voorstellingen geven met hun eigen gezelschap of doordat ze terugkeren als gastchoreograaf bij Nederlandse gezelschappen.
De benoeming van de artistiek leiders Emio Greco en Pieter C. Scholten van ICKamsterdam tot artistieke directie van Ballet National de Marseille dit voorjaar is een ander model waarbij verlegging van het werkveld naar het buitenland vruchten voor de Nederlandse dans kan afwerpen. ICKamsterdam en het Ballet van Marseille zullen onder hun leiding twee onafhankelijke instellingen blijven, die echter een intensieve artistieke samenwerking aangaan om te werken aan de opbouw van innovatief Europees ballet en moderne dans en aan grensoverschrijdende talentontwikkeling.

Aan de sterke gerichtheid van de Nederlandse dans op de ontwikkeling van bewegingsmogelijkheden en de taal van het lichaam blijkt in het buitenland behoefte te bestaan en ook in de Australische danscultuur is dit een welkome aanvulling. Anouk vertelt dat in Australië ‘de moderne dans zich voornamelijk heeft ontwikkeld naar voorbeeld van de postmoderne dans uit de VS. Deze is minder danstechnisch georiënteerd dan in Nederland, maar juist sterker conceptueel van aard. In choreografie wordt een bepaald thema of idee uitgewerkt, zoals bijvoorbeeld een voorstelling op basis van een serie gesprekken en gebeurtenissen. Of worden de grenzen van dans en performance veel vaker opgezocht.’
De Hollandse bagage van Anouk is dan ook een interessante aanvulling op de moderne dansscene in Australië en het is spannend om te zien wat dit op termijn voor verandering in de danskunst Down Under, zoals men van Australië zegt, teweeg gaat brengen.

Zoeken naar eigen identiteit

Maar Anouk brengt niet alleen, ze haalt ook het nodige uit Australië. Haar nieuwe leefomgeving vertelt ze: “is een enorme bron van inspiratie”. Australiërs zijn meesters in communicatie, op straat, in de rij bij de kassa of waar dan ook, een leuk en humorvol gesprek met iemand is zo gevoerd. Opmerkelijk voor een land dat begon als een Britse strafkolonie en rond 1850 overspoeld werd door goudzoekers opzoek naar snel geluk. Machogedrag en geweld behoorden tot de dagelijkse gang van zaken. Pas in de 20ste eeuw ontwikkelt het land zich tot een welvarend Angelsaksisch georiënteerd immigratieland met een belangrijke agrarische sector, exporterende industrie en mijnbouw. Na 1945 wordt de populatie van voornamelijk Ieren en Britten aangevuld met continentale Europanen en vanaf 1980 toenemend met Aziaten, vooral van Chinese komaf. Cultureel is het land gericht op Europa en de VS en sinds kort ook op Azië. Uit deze hutspot van identiteiten en culturen ontwikkelt het land nu een eigen identiteit. Onderzoek naar het eigen recente verleden speelt daarbij een belangrijke rol. Overal op gebouwen staan plakkaten wie of wat het gebouw heeft gebouwd en wie er heeft geleefd. En in filmfestivals, musea, podiumkunstproducties etc. staan historische Australische onderwerpen hoog op de agenda.

Een complicerende factor bij dit zoeken naar een eigen identiteit is de verhouding van de Westers georiënteerde meerderheid van de bevolking tot de Aboriginals, de oorspronkelijke bewoners van het continent. Zij wonen hier al zo’n 40.000 jaar en toch zijn hun rechten in de grondwet van Australië nog altijd niet erkend. Aboriginal gemeenschappen buiten de steden leven noodgedwongen veelal in mensonterende omstandigheden. Dit is des te pijnlijker omdat de rijkdom van Australië voor een groot deel afkomstig is uit en van de grond die hun met geweld is ontnomen en die door hen als heilig wordt gezien.

De Aboriginals op hun beurt beschouwen de Europeanen als toevallige gasten, die vergeten zijn weer naar huis terug te keren en het beslag dat dezen leggen op de grond en de natuurlijke hulpbronnen wordt door hen niet erkend. Daarnaast zijn zij van mening dat traditionele rituelen en dansen alleen door Aboriginals mogen worden uitgevoerd. Hierdoor wordt het ontstaan van interessante mengvormen van bijvoorbeeld moderne dans en de dansen en rituelen van de Aboriginals niet bevorderd. Jammer, want uit fusion kunnen interessante nieuwe kunstvormen ontstaan.
Ondanks deze open wonden in de Australische maatschappij levert het samenleven van de Westers georiënteerde meerderheid en de kleine Aboriginal minderheid ook positieve resultaten op. Het beste voorbeeld daarvan is Footy, een razend populair balspel dat gebaseerd is op rugby en een traditioneel Aboriginal balspel. Het wordt gespeeld door atletische jonge kerels en is veel speelser, gekker en afwisselender dan ons voetbal en niet zo hard en ruig als rugby. De resultaten van het Bangarra Dance Theatre, een dansgezelschap dat exclusief Aboriginal dansers en makers in dienst heeft, maar een dansvorm hanteert die een mengeling is van Westerse dans en Aboriginal bewegingsthema’s, zijn helaas weinig overtuigend.

Countertechnique

Naast de inspiratie die werken in deze cultuur met zich meebrengt krijgt Anouk nieuwe impulsen uit samenwerkingsprojecten met kunstenaars uit andere disciplines dan dans. Zo werkte ze al een aantal keren samen met Falk Richter. Dit is een toneelmaker met wie ze ook nu weer een productie maak: Complexity of Belonging, geïnspireerd op de Australische cultuur en identiteit. Ook site-specific werken en voorstellingen creëren speciaal voor de vele prachtige ruimtes die Melbourne rijk is, inspireren haar bij het werk.

Daarnaast heeft de verdere ontwikkeling van de Countertechnique haar aandacht. Anouk ontwikkelde deze toolbox voor dans in haar 30-jarige carrière als danser/pedagoog. De Countertechnique is een bewegingssysteem dat het lichaam van de danser voorbereidt op de dagelijkse praktijk van repetitie en uitvoering. Het stelt deze in staat ruimtelijker en vloeiender te werken terwijl de beweging ook nog sterker en flexibeler wordt. De Countertechnique is tegenwoordig onderdeel van het lesprogramma op de dansvakopleidingen in Rotterdam, Amsterdam en Arnhem. En ongeveer 20 gecertificeerde docenten geven wereldwijd les in deze techniek. Met Scott deLahunta, senior research fellow aan het Centre for Dance Research, Universiteit van Coventry en de Deakin University in Melbourne, gaat ze dit najaar een online instruction device voor de Countertechnique ontwikkelen.

Kweektuin

De werkomstandigheden in Melbourne zijn prima. Chunky Move is gevestigd in een prachtig modernistisch gebouw, waar zowel de kantoren als de studio’s zijn en waar ook een moderne kunstgalerij in gevestigd is. Het gebouw ligt vlak bij Arts Centre Melbourne en het grote Kunstmuseum van de Staat Victoria. Met 4,5 miljoen inwoners heeft Melbourne een groot reservoir aan potentieel publiek. Dit maakt het mogelijk voorstellingen, soms zelfs twee parallel geprogrammeerd, voor een breed in kunst geïnteresseerd publiek te maken. Dit publiek varieert in de leeftijd van 20-65 jaar. Chunky Move bespeelt middelgrote zalen met tussen de 300 en 500 stoelen. En voorstellingen kunnen geruime tijd in dezelfde zaal blijven staan, waardoor reizen met het gezelschap minder noodzakelijk is.
Het danserstableau van Chunky Move is qua samenstelling een afspiegeling van de multiculturele maatschappij die Australië is.

Achttien Australische dansers met een verschillende culturele achtergrond, waaronder uit Vietnam en India, vormen een pool waaruit Anouk voor verschillende producties kan putten. Deze dansers zijn niet in vaste dienst, in tegenstelling tot de staf die uit acht mensen bestaat, waaronder Anouk zelf. Financiering voor het gezelschap is afkomstig uit federale fondsen en van de staat Victoria, waarvan Melbourne de hoofdstad is. Voor speciale projecten kan een beroep gedaan worden op de stad zelf.
Naast de voorstellingen verzorgt het gezelschap in de eigen studio’s in de ochtend company classes, die ook open staan voor freelance dansers van elders. En op geregelde tijden worden workshops georganiseerd, waaronder de Countertechnique. ’s Avonds en in de weekenden worden er lessen gegeven aan amateurs.
Chunky Move heeft een nauwe samenwerking met het in Melbourne gevestigde Dance House, dat onder leiding staat van de Française Angela Conquet. Daar wordt beginnende choreografen de mogelijkheid geboden hun eerstelingen op het gebied van dans te maken. Anouk pikt daar in een volgende stap de interessantste choreografen op, begeleidt deze bij het maken van een voorstelling, die dan in het Next Move programma van Chunky Move wordt uitgebracht. Dit is een constructie die vergelijkbaar is met het ICK van Emio Greco en Pieter Scholten in Amsterdam.

Isolement

Maar net als in Nederland heeft ook de Australische kunstsector te maken met een terugtredende overheid en steeds meer geld voor het gezelschap is afkomstig van private donors en corporate sponsors. De staf is naar verhouding veel tijd kwijt met het organiseren van dit onderdeel en producties moeten soms jaren van te voren worden gepland en gemarket. Dit commerciële denken en vooruit plannen, vertelt Anouk, ‘is in Australië veel verder ontwikkeld dan in Nederland. En de Nederlandse kunstsector zou hier het nodige kunnen leren.’ Voor Anouk, opgegroeid in de Nederlandse situatie, een hele uitdaging om vat op dit proces te krijgen.

Nadelen heeft het werken in Australië ook. Het land met 23 miljoen inwoners heeft als vanzelfsprekend een kleine kunstwereld. En met grote steden die minstens 1000 km van elkaar liggen is het treffen van collega’s, hun werk zien en becommentariëren geen vanzelfsprekende zaak. Daar komt bij dat Australië geïsoleerd ligt. De afstanden naar danscentra in Europa, Oost-Azië en Noord en Zuid-Amerika zijn immens. En juist de feeling met wat er in de rest van de wereld gebeurt op het gebied van de kunst, de dans in het bijzonder, is noodzakelijk voor een choreograaf in ontwikkeling. Contacten met het buitenland en optredens van het gezelschap in theaters en op festivals buiten Australië ziet Anouk dan ook als van levensbelang. Met buurland Nieuw-Zeeland liggen de relaties vooral op het gebied van de opleiding. In Wellington is een theaterdansopleiding die dansstudenten aflevert van hoge kwaliteit.

247 Days

Maar bevallen doet het werk in Melbourne bij Chunky Move Anouk zeker. Ze heeft deze zomer drie jaar bijgetekend en is dus nog zeker tot 2017 in Australië. Het zal spannend zijn wanneer Chunky Move in december, als onderdeel van een Europese tournee, naar Nederland komt. De voorstelling 247 Days gaat over datgene waar we het meest van houden, wat we het liefst wensen, maar ook haten. Dit werk voor zes dansers is de eerste productie van Chunky Move/Van Dijk die we hier kunnen zien. Het ging in 2013 tijdens het Australische dansfestival Dance Massive in première en er werd zeer lovend over geschreven. Nu kunnen we met eigen ogen zien hoe Anouks verblijf in Down Under haar werk beïnvloedt.

Van 2 t/m 16 december reist Chunky Move/Van Dijk door Nederland met 247 Days.
www.chunkymove.com.au