7 vragen aan: Moos van den Broek, initiator Fresh Tracks Europe
Moos van den Broek is dramaturge, journalist en curator. Ze is als artistiek leider van de dansafdeling van Het Lab Utrecht en de initiator van Fresh Tracks Europe. Fresh Tracks Europe is een internationaal jeugddansplatform voor een nieuwe generatie choreografen die ontwikkelingen in de jeugddans op de agenda zet. Van 3 t/m 13 november staat Utrecht in het teken van de eerste ontmoeting binnen het Fresh Tracks Europe netwerk. Er zijn voorstellingen, een debat, workshops en er wordt veel kennis uitgewisseld.
1. Het project Fresh Tracks gaat in november van start met de eerste bijeenkomst in Utrecht. U bent een van de initiatiefnemers voor het project geweest. Wat is de achterliggende gedachte geweest bij het opstarten van het project?
Productiehuis Het Lab Utrecht werkt sinds 2009 met choreografen. Het zijn kunstenaars die hoe dan ook internationaal georiënteerd zijn. Onze dansvoorstellingen werden al vrij snel opgenomen in een internationaal netwerk van theaters en festivals, ik denk dat het te maken heeft met het innovatieve karakter van de voorstellingen. Een vaste kern van dit netwerk vond het tijd om een gezamenlijke investering te doen en een platform op te richten voor een jonge generatie choreografen in de sector. Op deze manier kunnen we de ontwikkelingen in de jeugddans een gezicht geven. Doel is uiteindelijk ook meer samen te werken op productioneel niveau.
2. Komen alleen choreografen uit alle partnerlanden naar Utrecht of kunnen professionals uit de hele wereld deelnamen aan de eerste bijeenkomst?
De choreografen die nu deelnemen aan de internationale workshop zijn ingebracht door de partners van het netwerk. Het project heeft vooralsnog een Europese insteek. Maar we weten dat er ook buiten Europa behoefte is aan deze dialoog. In principe kan iedereen deel uitmaken van het netwerk en de discussie, maar we moeten natuurlijk ergens beginnen. Partners doen ook financiële investeringen om dit platform te verwezenlijken. Uiteindelijk hopen we onze bevindingen wereldwijd te delen. Daarom is er ook een transparante website http://freshtracks-europe.com, die het proces laat zien. Uiteraard kan het netwerk groeien en weer nieuwe projecten initiëren in de toekomst.
3. Fresh Tracks begint net nu de jeugddans in Nederland door de bezuinigingen in de cultuursector zwaar getroffen wordt. Is deze tendens ook in de andere Europese landen te zien, verkeert de jeugddans daar ook in zwaar weer?
Je kunt ervan uitgaan dat de jeugddans altijd de klos is bij bezuinigingen. Binnen het aanbod in de podiumkunsten lijkt het een soort sluitpost te zijn. Dat blijkt maar weer. Zelfs in Nederland waar de jeugddans geschiedenis heeft gemaakt en een plek vond in de basis infrastructuur met maar liefst vijf gezelschappen, wordt ze evengoed weer aan de kant geschoven. Dat zegt iets over de positie van deze sector of over de kwaliteit van de voorstellingen. Over dat laatste laat niemand van zich uit, dus ik neem aan dat het geen prioriteit heeft in de beleidsnota.
4. Veranderen de bezuinigingen op de dans en de jeugddans in het bijzonder de insteek van Fresh Tracks Europe?
Het maakt dit netwerk vooral heel noodzakelijk. Een aantal jeugddansgezelschappen investeert de laatste jaren in opvolging en samenwerking met jonge choreografen. Nu ook de productiehuizen op een zijspoor terecht zijn gekomen, zullen jonge makers hun ideeën en producties moeilijker kunnen realiseren. Ik hoop dat dit netwerk een vangnet kan zijn en dat er dankzij meer gezamenlijke investeringen toch mogelijkheden gecreëerd worden voor een nieuwe generatie choreografen. Ook in andere Europese landen gaat bezuinigd worden.
5. Bij het jeugdtheater zie je al dat veel gezelschappen in het buitenland op tournee gaan. Als het klimaat voor jeugddans in Nederland slechter wordt, ligt de toekomst van de jeugddans in Nederland ook meer Europees of internationaal?
Misschien is er minder aandacht voor dans, dan voor theater op buitenlandse podia en festivals. Duitsland, een land dat graag de ontwikkelingen van jeugdtheater in Nederland volgt, heeft een grote theatertraditie. Veel jeugdtheaterteksten zijn in het Duits vertaald. Maar dansgezelschappen als De Dansers, Plan D en Meekers touren ook in Duitsland. Dat wordt wel eens vergeten. Ook het feit dat de voorstellingen van Het Lab Utrecht soms gemakkelijker aansluiting vinden in het buitenland dan in Nederland bewijst dat er vraag is. Dans is niet talig en is daardoor gemakkelijker te presenteren voor een publiek in het buitenland. Het is zeker een markt om te verkennen, maar dat weet de jonge generatie choreografen heel goed.
6. Het programma van Fresh Tracks is deels gesloten, dan vinden de debatten, workshops en uitwisseling plaats. Maar we kunnen gelukkig naar de open voorstellingen in Theater Kikker. Zoals Extended Teenage Era (12+) Rubber Room (12+) en M2 (8+). Welke voorstelling zouden we zeker moeten zien?
Alle voorstellingen hebben een eigen invalshoek. De voorstellingen Rubber Room en M2 zijn gemaakt door kunstenaars met een circusachtergrond. Dat is soms voelbaar, soms ook niet. In de voorstelling van Samir Akika heeft de danser veel ruimte voor eigen invulling. Ik zag Extended Teenage Era een aantal jaren geleden en ik ben benieuwd wat er is veranderd nu de voorstelling de hele wereld heeft rond gereisd en de dansers ouder zijn geworden.
7. Komt u zelf nog wel aan dansen toe?
Daar zeg je wat, dansen doe ik vooral door mee te denken en te kijken. Ik kan je verzekeren, dat heeft een heilzame werking.