12 vragen 13 antwoorden
Vol overgave leidt Maartje Terpstra-van Lanen de dansopleiding van MBO Utrecht. Sinds 2008 worden hier studenten opgeleid tot allround danser. Niet allround in de zin van veel verschillende stijlen, maar in de zin van een juiste basis.
1 Op welke manier vullen jullie de ‘allround danser’ in?
De allround danser is in onze ogen een dansondernemer. Wij geloven in een goede basistechniek. Daarom geven wij les in drie stijlen: klassiek ballet (Vaganova techniek), modern en jazz. Naast techniek moet je leren goed voor jezelf en je lichaam te zorgen en ook hoe het freelance bestaan werkt of hoe je een onderneming opbouwt. Dat is voor ons een allround danser.
2 Hoe groot is de opleiding?
De opleiding bestaat op dit moment uit vier klassen. Dit aantal maakt het persoonlijk. Iedereen kent elkaar en dat geeft een vertrouwd gevoel. Ik vind dat belangrijk. De opleiding kan nog iets groeien, maar niet te kolossaal, dan verlies je het contact.
3 Binnen de opleiding bieden jullie verschillende modules aan: uitvoerend, docent en ondernemer.
Wij willen met deze opleiding allereerst onze danspassie delen. Daarnaast willen we sterke dansers afleveren, zowel fysiek als mentaal, met een eerlijke kans op de arbeidsmarkt. Juist omdat de studenten vaak nog jong zijn als ze hier komen, willen wij hen zoveel mogelijk begeleiden en ondersteunen in wat ze zoeken in de danswereld. Ook door ze te laten zien dat dans niet alleen ‘danser zijn’ hoeft te betekenen. Wij bieden een totaalpakket aan, waarbinnen zij in de drie jaar dat ze hier studeren een goed idee kunnen krijgen van wat zij kunnen en willen.
4 Je wilt dus technisch sterke dansers opleiden, hoe doen jullie dat?
Om goede technische vaardigheden te leren, kun je geen zes dingen tegelijk leren. Daarom bieden wij de traditionele danstechnieken aan, de fundamentele basis. Via masterclasses en fieldtrips bieden wij een bredere oriëntatie. Naast de reguliere lessen, krijgen alle studenten les in methodiek, didactiek, anatomie, voeding, blessurepreventie en reflecteren op zichzelf en elkaar. Techniek is niet alleen de daadwerkelijke uitvoer, maar ook alles daaromheen. Je moet weten waar het vandaan komt, hoe het in elkaar zit. Wij halen de individuele kwaliteiten van onze studenten naar boven.
5 Naast uitvoerende vakken bieden jullie ook andere vakken aan.
Dit is een MBO niveau 4 opleiding. Daarbinnen zijn een aantal verplichte vakken: Nederlands, Engels, rekenen en burgerschap met loopbaan en oriëntatie (maatschappijleer). Voor onze opleiding hebben wijzelf een pakket samengesteld van individuele ontwikkelingsvakken, danstechnische, pedagogische en ondernemersvakken. Met deze combinatie willen we studenten bewust maken van hun eigen kunnen en hen de tools aanreiken die nodig zijn om binnen het dansveld aan het werk te kunnen.
6 Jullie besteden veel aandacht aan het docentschap.
Dat klopt. We willen de leerlingen laten zien dat er meer is dan zelf dansen alleen. Daarnaast vinden wij het belangrijk een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van amateurdans. Extra vakken, naast pedagogiek, zijn onder meer kinderpsychologie, lesontwikkeling, didactiek en ‘Mentaal en fysiek’. Het is belangrijk om verantwoord les te geven en te krijgen en daarvoor een toegesneden lesmethode te kunnen ontwikkelen.
7 Wat houdt het vak ‘Mentaal en fysiek’ in?
‘Mentaal en fysiek’ is gericht op motivatie. Hier leren de leerlingen in zichzelf te investeren, hun kracht te beheersen en hun anticipatie te sturen. We werken dus van binnen naar buiten. Het is belangrijk om mentaal en fysiek met elkaar in balans te brengen, op jezelf en anderen te leren vertrouwen.
8 Jullie docentteam is klein, maar sterk. Waar moeten zij aan voldoen?
Ons team is inderdaad klein, maar hecht. Al onze docenten zijn eerstegraads. Kwaliteit is voor ons van groot belang en dwingt een mate van respect af. Daarnaast moeten ze ook in de praktijk een goede basis hebben. Dat wil zeggen, een eigen dansonderneming, als danser, choreograaf of dansschoolhouder. Op die manier bieden ze de studenten naast de vakkennis ook ervaringen en tips uit het werkveld.
9 Respect?
Ja, respect is belangrijk. Netjes met elkaar omgaan, ook met jezelf, je aan de regels houden. Dat is goed voor de motivering en het krijgen van vertrouwen. Voor de docent is het belangrijk om de studenten iets te kunnen leren. Voor de studenten is het belangrijk om te leren wat onmisbaar is voor hun vak. Dat klinkt wat afstandelijk, maar daar beginnen we wel. Verder is het een warme en veilige omgeving, maar die kan er niet zijn zonder respect.
10 Jullie besteden extra aandacht aan voedingsleer en blessurepreventie, heeft dat ook met respect te maken?
Ja, natuurlijk. Je moet respectvol met je eigen lichaam en dat van een ander omgaan. Dat is tenslotte je instrument. André Rieu smijt zijn viool na een optreden toch ook niet in de hoek, die viool wordt eerst netjes opgeborgen. De zorg voor je lichaam is belangrijk voor je fysieke, maar ook je mentale kunnen. Zo staan alle vakken met elkaar in verband.
11 Vertrouwd, persoonlijk, veilig, dat zijn woorden die je veel gebruikt.
Ja, dat klopt. Ik wil onszelf en de leerlingen zo goed mogelijk begeleiden. Zoals ik al zei, de leerlingen zijn nog jong als ze hier komen, volop in ontwikkeling, dat betekent ook dat ze kwetsbaar zijn. Daarom vind ik het belangrijk dat zij zich veilig en vertrouwd voelen, zodat zij zich open durven te stellen. Dat wil niet zeggen dat we ze alles voorkauwen, nee helemaal niet. We dagen ze juist uit om zelf na te denken. De studenten mogen zichzelf zijn en kunnen zo hun karakter ontplooien.
12 Je ziet deze opleiding als een sluis, leg eens uit..
De leerlingen die hier beginnen, komen net van het voortgezet onderwijs en zijn nog erg jong. Maar ze hebben allemaal een droom: van dansen hun beroep maken. Wij laten ze zien wat er voor nodig is om dat te doen, maar ook wat er verder nog is. Wij zorgen voor een juiste basis, motivatie en vertrouwen. Van hieruit gaan zij verder, aan het werk of naar een vervolgopleiding. Die sluis is het stukje tussen het voortgezet onderwijs en het vinden van je beroep. Iets minder dan de helft gaat direct in de praktijk aan de slag. Zij richten een eigen dansschool op, organiseren (sociale)dansprojecten en geven natuurlijk dansles. En iets meer dan de helft stroomt door naar een HBOopleiding dans, maar bijvoorbeeld ook naar de PABO en fysiotherapie. Het is fijn om te merken dat alle leerlingen het vertrouwen krijgen in hun eigen kunnen, ook als ze ervoor kiezen niet verder te gaan in de dans.
13 …
Ik ben trots op deze opleiding. Het unieke aspect van traditiegetrouwe danslessen, onze studenten en het docententeam. Wij zien onze studenten als de ambassadeurs voor de dans, zoals wij dat zelf ook zijn.
Tekst: Lisa Reinheimer