Mondje dicht
Auteur: Joost Groeneboer
Als ik half september met hem zoom, zit hij in zijn auto, van de ene job naar de andere onderweg. Ik heb een open gesprek met Lloyd Marengo. Over choreograferen en coachen. Over zijn company en een nieuwe kindervoorstelling. En ook heeft hij nog belangrijk nieuws, verklapt hij terloops aan het eind.
Zit je in je auto?
‘Ja, ik kom net terug van lesgeven en heb na dit interview gelijk weer een afspraak bij Dansateliers, voor het programma One Night’s Dance.’
Wat ga je daar doen?
‘Bij One Night’s Dance volgen jonge nieuwe makers een aantal weken workshops choreografie, dramaturgie en over de zakelijke aspecten van dans. Vervolgens maken ze een korte solo van maximaal 10 minuten en die presenteren ze dan in december aan het publiek. We proberen nog wat meer speelbeurten te creëren om ze een push te geven.
En waar ik net vandaan kom? Samen met Bennie Semil geef ik theater & dans op het Thorbecke VO in Nieuwerkerk en Gemini College in Ridderkerk. En daarnaast geef ik er het vak ckv, cultureel kunstzinnige vorming. Soms neem ik de leerlingen mee op excursie naar het theater. Op het ene moment zien ze me dan als docent, op het andere als choreograaf.’
Je timmert inmiddels als danser en dansmaker al lang aan de weg.
‘Zeker, ik ben al vanaf het begin van de jaren ’80 bezig met dans. Eerst vooral in clubs en underground. Maar nadat dansgezelschappen hiphopdans ontdekten, kreeg ik de kans om aan de slag te gaan met Conny Janssen, Scapino Ballet en Djazzex. Daar heb ik het theater wel leren kennen. Maar het balletje ging pas echt rollen toen ik in De Regentes in Den Haag een show van hiphoplegende Rennie Harris zag. Het inspireerde me om in 2002 samen met Aruna Vermeulen en Bennie Semil het HipHopHuis in Rotterdam op te richten. Daar begonnen we met het maken van theater en dans, maar ook met lesgeven en coachen.
Wat ook echt aan mijn carrière heeft bijgedragen, is dat ik op een gegeven moment gevraagd werd voor televisieprogramma’s als So You Think You Can Dance en Dance Dance Dance. Zo leerde ik ook het commerciële veld goed kennen. Tegelijkertijd bleef ik ook underground heel actief, met het jureren bij dance battles onder meer. Uiteindelijk kreeg ik toegang tot het hele spectrum van dans.’
Sinds een paar jaar maak je voorstellingen met je eigen company, Lloydscompany. De laatste, Father Figure, ging over rolmodellen.
‘Ja, Father Figure was een heel persoonlijke voorstelling. Wie is jouw vaderfiguur, wie is jouw rolmodel? Met de dansers hebben we al onze eigen ervaringen en verhalen blootgelegd. Ervaringen met hun eigen vader of met het zelf vader zijn. Hele mooie en hele nare ervaringen. Met dat als voedingsbodem zijn we gaan repeteren. Voor de dansers was het soms confronterend; iets om mee aan de slag te gaan. Maar dat maakte de voorstelling er alleen maar krachtiger op.
We zijn B-boys, we doen breakdance en vinden het geweldig. Maar als hiphopdansers hebben we een heel andere lichaamstaal en een heel andere manier van omgaan met ritmes en ruimte. Het is een uitdaging om op zoek te gaan naar het verhaal en hoe dat met ons lichaam te vertellen. We zijn op zoek naar een universele taal.’
Waarom is het zo belangrijk rolmodellen te hebben?
‘Rolmodellen zijn heel belangrijk. Vanaf het moment dat je geboren wordt, je eerste woordjes spreekt en je handjes naar mama en papa uitsteekt. Als kind heb je de natuurlijke drang om dingen over te nemen van degene waarin je jezelf herkent. Of dat nou je eigen ouders zijn, een oudere broer of zus of iemand anders in je naaste omgeving. Minstens even belangrijk is je ervan bewust zijn dat je zelf een rolmodel voor anderen bent of kunt zijn. Ik houd daar altijd rekening mee bij de dingen die ik zeg en doe. Rolmodel zijn brengt zekere verantwoordelijkheden met zich mee.’
Je bent nu ook bezig met een kindervoorstelling, je eerste.
‘Ja, met Sribi Switi. Dat is Surinaams voor ‘slaap lekker’. Wie je ook bent en waar je ook vandaan komt, op de wereld hebben we elkaar nodig. Alle mensen zijn belangrijk en alle dieren ook. Dat is de boodschap van Anansi de spin. Twee hiphopdansers en een beatboxer nemen de kinderen mee op een nachtelijke reis naar het land van verbeelding. Een aangename wereld waarin niets is wat het lijkt en waar je dromen werkelijkheid worden.
Als je de wereld wilt veranderen, als je mensen een ander perspectief wilt geven, een andere kijk op het leven, dan moet je jong beginnen. Een kindervoorstelling leent zich er heel goed voor om een boodschap in te verpakken, die de kinderen vervolgens op een vrolijke manier kunnen absorberen.’
Sribi Switi is deels op Surinaamse verhalen en liedjes gebaseerd…
‘Sommige verhalen gaan generaties terug en met sommige Surinaamse liedjes ben ik grootgebracht. Maar ik ben in Nederland geboren, dus er zitten evengoed ook Nederlandse kinderliedjes in, zoals Berend Botje en Slaap kindje, slaap. Ik heb twee kanten, een Nederlandse en een Surinaamse culturele kant en die breng ik in deze voorstellingen samen.’
Je bent steeds meer aan het overdragen, als docent en coach.
‘Ja, het leven heeft me veel gegeven, daar ben ik dankbaar voor, maar er komt een punt waarop je ook moet teruggeven. Naast de voorstellingen die ik maak, coach ik ieder jaar drie jonge makers. Dit jaar waren dat Wennah Wilkers, Yentl Kollau en Amira al Rawi. Ik begeleid ze bij het maken van een korte choreografie en al die dingen die op je pad komen als beginnend kunstenaar. Ik geef ze alle ruimte om zichzelf te ontdekken, maar als ze vragen hebben ben ik daar. Dat doe ik ook bij One Night’s Dance. Ik selecteer daarvoor een drietal dansers die ik al een tijdje op mijn vizier heb – dansers die superenthousiast en dedicated zijn – en Dansateliers levert drie andere jonge dansmakers uit hun stal. Makers die veelal academisch zijn opgeleid. Daarin zit echt de winst: zes dansers met verschillende lichamen en dansstijlen – breakdance en modern – die een paar weken lang in één ruimte intensief met elkaar aan de gang gaan en tot iets moois komen.’
Intussen ben je ook bezig met een aantal dansers uit Zuid-Afrika.
‘Ja, voor Unbreakable. Met vijf dansers uit Soweto: de Soweto Skeleton Movers. Zij dansen pantsula en zijn super, maar dan ook super, superlenig. Het is een combinatie van dans, lenigheid, verhalen en heel veel ritme. We gaan samen terug naar hun levenservaringen en verhalen, mooie ervaringen en pijnlijke ervaringen, en die verhalen zetten we dan om in dans. Begin december ga ik voor de tweede keer naar Soweto en in april komen ze hierheen. In mei is de première in het Sadler's Wells Theatre in Londen, gevolgd door een tournee in Nederland.’
Welke boodschap zou je de Nederlandse danssector willen meegeven?
‘De danssector heeft niet altijd voor hiphopdans opengestaan. Althans niet in de praktijk. Mijn boodschap is daarom: Sta open voor alles wat nieuw is, dat anders is als wat jij zelf kent, dat wat verder van je af staat. Want alles wat jij nog moet leren, kan ook iets moois met zich meebrengen. Laten we dus we allemaal openstaan voor elkaar en het gesprek aangaan. Maar vooral samen de studio induiken en mooie dingen maken.’
Ben ik vergeten iets te vragen?
‘Wanneer komt het blad uit? Half oktober? Dan mag ik je wel verklappen dat ik 30 september bij de Nederlandse Dansdagen zit. Ik heb begrepen dat ik een Gouden Zwaan krijg. Voor mijn hele oeuvre. Maar het is nog onder embargo, dus mondje dicht.’
Tournee Sribi Switi: www.lloydscompany.nl
One Nights Dance: www.dansateliers.nl