Mats Ek, interview, choreograaf, choreografie, dans

Mats Ek: ''Wat was en wat had kunnen zijn''

Door Astrid van Leeuwen

In het dansprogramma Mixed Bill spelen twee uitzonderlijke dansmuzen een belangrijke rol: Sabine Kupferberg en Ana Laguna. De eerste is al meer dan veertig jaar de inspiratiebron van choreograaf Jiří Kylián, meest recent voor diens film Scalamare. De tweede is het Spaanse vuur dat de Zweedse choreograaf Mats Ek al net zo’n lange periode gaande houdt en inspireerde tot talloze grootschalige én intieme creaties. Hij creëerde Memory, uitgevoerd door Laguna en Ek zelf, en Axe, Eks tot nu toe laatste creatie, gemaakt voor Laguna en Yvan Auzel.

Eén jaar dansten Mats Ek en zijn muze Ana Laguna bij Nederlands Dans Theater. Het was het seizoen 1980/1981 en Ek studeerde er tevens een van zijn eerste choreografieën in: Het Huis van Bernarda Alba, naar het beroemde toneelstuk van Federico García Lorca. De beelden van die choreografie én van Laguna – die de rol van de bediende danste – staan nog altijd scherp op mijn netvlies. The New York Times noemde Laguna toen terecht al: ‘A dancer of astonishing dramatic force.’

“Het was voor ons een extreem belangrijk jaar”, zegt Ek 38 jaar later, aan de vooravond van hun optreden in het Holland Dance Festival. “Nederlands Dans Theater explodeerde bijna van de vele mogelijkheden die voortvloeiden uit de internationale doorbraak van Jiří (Kylián – red). Mee te mogen bewegen op die ‘golf’ was een cruciale ervaring.”

Dat het koppel al na een jaar terugkeerde naar Zweden kwam doordat het door Eks moeder, Birgit Cullberg, opgerichte en geleide Cullberg Ballet in moeilijkheden verkeerde. Ek voelde zich verplicht om haar een helpende hand te bieden. “Maar er was nog een reden”, zegt hij nu. “Als choreograaf was ik nog zoekende. Als ik gebleven was, was de kans groot geweest dat ik mij te zeer door Jiří had laten beïnvloeden. Ik bewonderde hem mateloos, dus dat idee was verleidelijk, maar ergens besefte ik toch dat ik mijn eigen weg moest vinden.”

Moderne ‘slaapsters’

Dat laatste is hem in alle opzichten gelukt. Ek (inmiddels 72) vertegenwoordigt een unieke stem binnen de internationale hedendaagse dans. Hij bracht het Cullberg Ballet wereldwijde faam met zijn eigenzinnige bewerkingen van de opera Carmen en de grote klassieke balletten Giselle, Het Zwanenmeer en The Sleeping Beauty. Daarin ging hij verder dan wie ook voor – en misschien ook wel na – hem. Zo speelt de tweede akte van zijn Giselle zich niet af in een bos, bij het graf van de titelheldin, maar belandt het danslustige meisje dat in de liefde verraden is in een psychiatrische kliniek. En liet hij zich voor zijn Sleeping Beauty inspireren door een groep uitgeputte, doorschijnend bleke, aan heroïne verslaafde meisjes die hij op een ochtend in Zürich zag – moderne ‘slaapsters’, compleet met naald en verdovend slaapmiddel. Maar Ek creëerde ook talloze ‘vrije’, niet-epische balletten, waarin dikwijls dromen en herinneringen centraal staan en die surrealistisch van sfeer zijn.

Kracht en verfijning

In het merendeel van zijn choreografieën – met Carmen, Giselle en The Sleeping Beauty ­voorop – danste Ana Laguna (nu 63) op niet zelden verpletterende wijze de hoofdrol. Ek herinnert zich de kennismaking met zijn vrouw, toen het Cullberg Ballet op tournee was in Spanje en zij als 19-jarige auditie bij het gezelschap deed, nog levendig. “We waren allemaal verbluft door haar exquise techniek en verfijning, maar tegelijkertijd ook door haar enorme kracht. Het was meteen duidelijk dat Ana een diep, verstrekkend begrip van de klassieke ballettechniek had.”

Drie jaar later maakte Ek zijn eerste choreografie. Hij koos de jonge Ana niet meteen voor de hoofdrol, maar ze nam deze later, wegens een blessure van haar collega, wel over. “En”, zegt hij gniffelend, “ook voor mijn tweede werk, Sint-Joris en de Draak, koos ik oorspronkelijk andere solisten. Maar al na enkele repetities zei Sighilt Pahl, die de vrouwelijke hoofdrol zou dansen, dat ze niet de beste danser voor de rol was en dat ik Ana moest vragen en vervolgens haakte ook mijn broer Niklas af, die gecast was voor de mannelijke hoofdrol. Met als gevolg dat Ana en ik deze choreografie uiteindelijk wel zo’n tien jaar lang samen hebben gedanst. Pas toen leerden we elkaar echt kennen.”

Naast de uitzonderlijke combinatie van Laguna’s verfijnde techniek en de enorme kracht van zowel haar lichaam als haar vertolkingen – “een ware uitbarsting van energie” – wordt Ek vooral geraakt door “haar noodzaak om de complexiteit te vinden in elke rol die ze vertolkt”. Als choreograaf voelt hij die noodzaak evenzeer. “Merce Cunningham zei altijd: ‘The movement is the message’. En hoewel ik daar in zekere zin in mee kan gaan, ben ik zelf nooit op die manier creatief geweest. Menselijke gevoelens, menselijke relaties, en de complexiteit daarvan, daar draait het in mijn werk om en Ana is daarin, met haar speciale kwaliteiten, heel belangrijk voor mij geweest.”

Body language

In Mixed Bill danst Laguna twee duetten. Het eerste, Memory, met Ek en het tweede, Axe, met voormalig Cullberg-danser Yvan Auzel. Ek: “Memory heb ik oorspronkelijk voor twee acteurs gemaakt, als onderdeel van Molières Don Juan, dat ik in 1999 regisseerde. Door het aanhoudende trouweloze gedrag van Don Juan wordt hij verlaten door zijn vrouw. Het duet handelt over het moment waarop zij zojuist vertrokken is. Hij herinnert zich dan wat er was… en wat er had kunnen zijn.”

Vijf jaar na de première van het theaterstuk bewerkte Ek het duet voor Laguna en hemzelf. Ek maakte daarmee zijn comeback als danser en sindsdien hebben de twee Memory regelmatig uitgevoerd. “Ik probeer de choreografie vooral als body language te benaderen. Het is een stuk dat, iedere keer opnieuw, op het moment zelf moet ontstaan. Dat geldt trouwens voor veel van mijn werk. Ik benader het niet als iets ‘privés’. Natuurlijk breng je als danser je eigen levenservaring mee, maar je hebt ook afstand nodig. Je moet met afstand naar een rol kunnen kijken om daarna de diepte in te kunnen gaan en zo dicht mogelijk op het karakter dat je vormgeeft te kunnen kruipen.”

Open einde

Ek moet dan ook verontwaardigd lachen wanneer ik een recensie van Axe aanhaal, waarin een duidelijk verband wordt gelegd tussen de choreografie en Eks eigen situatie op dat moment. Voorafgaand aan de première van het duet, in 2015, had Ek meegedeeld dat dit zijn laatste choreografie zou worden, omdat hij, na vijftig jaar actief te zijn geweest in de dans- en theaterwereld, ook wel eens tijd wilde hebben voor “de andere mooie dingen die het leven te bieden heeft”. De recensent suggereerde dat de houthakkende man in Axe (Engels voor bijl) symbool stond voor de almaar doorwerkende Ek en dat de vrouw in het duet Ana Laguna zou verbeelden, die haar man wil aansporen om meer rust te nemen. Ek, verbluft: “Daar klopt absoluut niets van. Als choreograaf ben ik gehecht aan het gebruik van concrete, herkenbare objecten of symbolen: een tafel, een stoel, en in dit geval dus een bijl. Hakken met een bijl is een simpele, zich steeds repeterende handeling, maar de bijl heeft ook iets gewelddadigs in zich. Ik speel met dat contrast: voor de man in het duet is het houthakken iets wat simpelweg gedaan moet worden, voor de vrouw ligt dat anders, zij ziet de bijl als symbool van geweld, dreiging, dood, hitte, warmte. Maar gaandeweg ontstaat er een interactie tussen de twee, ze blijken toch iets met elkaar te delen en uiteindelijk draaien de rollen om. Aan het slot loopt zij weg met de bijl. Een open einde, want wie weet wat ze van plan is ermee te doen?”

Hete soep

Eks aankondiging dat Axe zijn laatste choreografie zou worden, leidde tot enorm veel commotie, zeker ook omdat hij erbij vermeldde dat hij, wanneer hij zelf niet meer actief zou zijn, gezelschappen ook niet meer het recht zou geven om zijn werken te dansen. Maar volgens Ek zelf wordt de soep niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. “Ik heb twee jaar niet meer gechoreografeerd en ook geen uitvoeringsrechten meer afgegeven, maar dat was heus geen drama. Bij sommige gezelschappen liepen de rechten ook nog een tijd door, bij een zelfs tot afgelopen oktober aan toe. Bovendien: ik had het besluit om te stoppen nog maar amper genomen of ik voelde alweer de drang om een nieuwe opdracht aan te nemen. Over anderhalf jaar maak ik een nieuw werk voor het Parijse Opéra Ballet.”

Wat hij de afgelopen jaren heeft gedaan en de komende tijd nog veel wil doen? “Reizen, lezen, mensen ontmoeten, meer tijd aan de andere dingen van het leven geven.” En dansen. Zo’n twintig optredens per jaar – vaak tijdens internationale festivals en programma’s waarin de oudere danser wordt belicht én altijd met Laguna – want bij nader inzien kon hij echt niet zonder de dans. “Ik miste het om op een toneel te staan. Of nee, ik ben er afhankelijk van. Het is mijn leven.”

Mixed Bill met werken van Mats Ek, Emanuel Gat en Jiří Kylián was onderdeel van Holland Dance Festival op 6 en 7 februari 2018.