Home » Blogs

Met danspensioen

3 augustus 2011 - Jan Kooijman

Stoppen met dansen is voor veel dansers een van de moeilijkste beslissingen in hun leven. Voor mij was dat niet anders. Bijna drie jaar geleden koos ik vrijwillig voor een leven als ‘gepensioneerd’ danser.

Ik wist precies waarom ik stopte. Ik had zin in nieuwe uitdagingen die in het verschiet lagen. Toen ik het dansvak vaarwel zei, was ik kerngezond en bijna achtentwintig jaar. Ik had met gemak nog jaren kunnen doordansen. Sommige mensen verklaarden mij voor gek. Anderen begrepen goed dat ik een aantal mooie kansen aangreep om een nieuwe carrière op te bouwen. Drie jaar met ‘danspensioen’. Een mooi moment om mijzelf af te vragen óf en hoeveel ik het dansen mis.

Mijn allergrootste frustratie als danser was, dat ik zelf nooit kon bepalen hoe mijn carrière verliep. Als modern danser in een professioneel gezelschap ben je altijd overgeleverd aan de wensen, de voorkeuren en soms de grillen van choreografen. De selectieprocedures voorafgaand aan nieuwe choreografieën zorgden regelmatig voor grote stress. Een op een prikboard opgehangen castlijst zette die stress om in vreugde of verdriet. Op die lijst stonden de namen van de dansers die in de verschillende dansstukken zouden dansen. Als je naam niet onder de naam van de choreograaf stond met wie jij zo graag wilde werken, voelde je je diep ongelukkig. Ik heb als danser rollen mogen dansen, waaraan ik met zeer groot genoegen terugdenk. Maar de teleurstelling van het niet geselecteerd worden, mis ik als kiespijn.

Nog een frustratie: de bus. Moderne dansgezelschappen ontkomen niet aan het reizen met de bus. Stel je voor: je bent danser. Je bent meer dan veertig uur in de week intensief bezig met je lijf. Overdag de studio in om te repeteren voor nieuwe voorstellingen. Vervolgens per bus naar een theater in Verweggistan. Daarna het podium op, waar je het uiterste van jezelf vergt. Na de voorstelling heb je spierpijn. Je bent kapot. Het laatste waarop je na zo’n uitputtende dag zit te wachten, is een langdurige, saaie busrit naar huis. Helaas moet je daar gemiddeld vier avonden in de week aan geloven.
Die bus mis ik ook niet.

Toch voel ik mij bevoorrecht dat ik tien jaar lang professioneel danser mocht zijn. Het gevoel dat door je heen gaat als het doek wordt geopend en als het zaallicht wordt gedimd tijdens een première, is met niets te vergelijken. Net als de concentratie en de chemie die tijdens een duet met je danspartner ontstaat. Dansen voor een groot publiek is en blijft spannend, omdat er altijd iets kleins mis kan gaan. Meestal gaat echter alles goed en volgt na een perfecte voorstelling de climax: een luid applaus van het publiek.

Ik ga nog altijd graag naar dansvoorstellingen kijken. Mij wordt dan geregeld gevraagd of ik het dansen mis. Niet dus. De teleurstellingen, de pijntjes, het reizen… kortom het dansersbestaan; ik mis het echt niet. De magie van het theater mis ik soms wel. Ik sluit niet uit, dat ik misschien ooit een keer een comeback maak.

Maar wel als eenmalige uitstap. Ik ben immers met ‘danspensioen’.
 

Jan Kooijman