Gekweld menselijk lichaam
30 oktober 2012 - Jan Kooijman
Het is begin augustus. Ik ga ruim een week naar New York voor de opnamen van het bootcamp van So You Think You Can Dance (SYTYCD). Kort voor mijn vertrek naar The Big Apple krijg ik weer eens last van een oude rugblessure. Het is een blessure aan het SIgewricht die ik ooit, in het begin van mijn danscarrière bij Scapino Ballet Rotterdam, heb opgelopen. Af en toe speelt hij op. Dat hevige rugpijn iemand belemmert bij de uitoefening van zijn werk hoef ik niet uit te leggen. Dat begrijpt iedereen. Dansers in het bijzonder. Ik denk dat er geen danser bestaat die zijn carrière volledig pijnvrij en zonder blessures is doorgekomen.
Voor mij blijft New York dus beperkt tot alleen werk: dansers beoordelen en meedoen aan de opnamen van SYTYCD. In de spaarzame vrije tijd, waarin de anderen bezoekjes brengen aan de vele heilige danstempels van NY, blijf ik op mijn hotelkamer. Inwendig vervloek ik mijn verblijfplaats. Waarom die rugpijn nu hier en niet in Rotterdam? In ‘Rotjeknor’ zou ik meteen een bezoek brengen aan de enige man die mij verlichting brengt als ik gekweld word door die helse pijn: de fysiotherapeut van Scapino. Liggend op mijn hotelbed, onder invloed van een brede variatie aan pijnstillers en spierverslappers, dwalen mijn sombere dansgedachten af: ‘Zou het al die professionele dansers net zo vergaan? Zouden zij na hun actieve danscarrière ook wel eens last hebben van een opspelend lichaam?’
Licht ijlend passeren vele dansiconen de revue. Na een tijdje zie ik weer wat licht aan het eind van de tunnel. Ik bedenk me ineens, dat vele dansers na hun actieve dansleven een mooie carrière opbouwen en vaak een respectabele leeftijd bereiken. Ondanks die pijn. Dankzij hun danswerk.
Plotseling zie ik Krisztina de Châtel voor me. Die verschijning kan geen toeval zijn. In de voorstellingen van haar voormalige dansgroepen draait het vaak om kwetsbare, menselijke lichamen die het opnemen tegen natuurlijke elementen. Krisztina de Châtel heeft er de mooiste choreografieën mee afgeleverd en er groot respect mee afgedwongen bij collegachoreografen. Een aantal van haar choreografieën speelden zich af op bijzondere buitenlocaties. ‘Het gekwelde menselijk lichaam zet door’ is vaak het thema. Net zoals ik nu moet doen in NY. Ik denk aan Krisztina’s choreografie Föld uit 1985. Föld is Hongaars voor aarde. Het stuk is 27 jaar geleden gemaakt. Op muziek van Philip Glass leveren zes dansers een uitputtingsslag in een ronde aarden wal, die door hen wordt omgeploegd.
Weg met het zelfmedelijden! In plaats van de fysiotherapeut van Scapino geeft Krisztina de Châtel mij de hoop op een spoedig herstel. Indirect bezorgt zij me de kracht en inspiratie om me de volgende dag toch maar uit mijn bed te slepen. De pijn verbijtend, op weg naar een nieuwe ‘dansdag’. Me heilig voornemend om begin september te gaan kijken naar de reprise van Föld op locatie in het Vondelpark Openluchttheater in Amsterdam of op het Spuiplein in Den Haag. Krisztina de Châtel… bedankt!