Interview ICK: Wat is het paradijs?
Zes dansers banen zich een weg naar het paradijs. In de nieuwe studio van dansgezelschap ICK in Nieuw-West wordt er hard gewerkt aan PARA|DISO Revisited, een herwerking van de voorstelling van Emio Greco en Pieter C. Scholten uit 2010 you PARA|DISO. Zeven jaar later gaat de dansvoorstelling opnieuw in première met een gloednieuwe cast. Voor de dansvoorstelling schreven Greco en Scholten een decaloog: tien termen die voor hun het paradijs samenvatten. De zes dansers kregen tijdens het creatieproces elk een term toebedeeld. Ze zijn cosmic, generous, divine, futuristic, pure en exclusive.
Wat is voor jullie het paradijs?
Helena Volkov (HV): Ik heb helemaal geen beeld bij ‘het paradijs’.
Arad Inbar (AI): Het is iets onbereikbaars. Je kan misschien wel eens het gevoel
hebben dat je in het paradijs bent, maar om dit gevoel vervolgens te evenaren, heb je weer een extra sensatie nodig, moet je nog hoger reiken. Het blijft een continue zoektocht.
Quentin Dehaye (QD): Een omgeving zonder frustraties en zorgen
Tycho Hupperets (TH): Ik denk aan iets eeuwig, grenzeloos, alles is goed… nogal saai eigenlijk. Volgens mij is het eerder een staat van bewustzijn dan een plek. Het heeft veel te maken met kunnen loslaten.
HV: Er is geen frictie dus hangt er een heel statische energie. Ik zie frictie niet per definitie als iets negatiefs, het kan juist leiden tot iets nieuws. Het is een creatieve kracht.
Kim Amankwaa (KA): Een vriend van mij gelooft dat als je naar de hemel gaat je een fel licht ziet en daar blijf je dan voor eeuwig. Is dat niet saai? Dat is niet het paradijs, dat is de hel! Voor mij roept het paradijs associaties op met tijdloosheid, een zweven door tijd en ruimte.
Resoneren deze ideeën ook in de dansvoorstelling?
HV: We werken in de repetities toe naar het moment waarop we ieder als individu volop in onze kracht staan en tegelijkertijd één worden als groep. Als dat zou lukken, dat zou voor mij het paradijs zijn.
Marysia Wiercińska (MW): Het paradijs zijn alle dingen waarnaar je streeft, waar je jezelf in kan verliezen. Ik ben cosmic in de dansvoorstelling, maar ik kan me slechts kosmisch voelen als ik me verbonden voel met de groep. Anders werkt het niet.
TH: Het voelt alsof deze dansvoorstelling een lossere structuur heeft dan ander werk van Emio en Pieter. Dingen kunnen evolueren afhankelijk van jezelf, de groep, de snelheid enzovoort. Het heeft iets paradijselijks in de romantische zin van het woord: iets lichts en vloeibaars.
KA: Ik beleef het paradijs in deze voorstelling het best wanneer ik toekijk. Je ziet iedereen zich ergens doorheen werken terwijl je zelf geen onderdeel bent van de strijd. Eenmaal op het podium, heb ik geen tijd meer om over het paradijs na te denken. Vanuit mijn perspectief wordt het dus vooral een paradijs voor het publiek.
AI: Ik voel bij het bewegingsmateriaal een zoektocht vergelijkbaar met hoe ik net het paradijs beschreef. Alsof je het materiaal nooit helemaal kan vatten. Eenmaal als je denkt dat je er bent, raak je het weer kwijt en moet je nog hoger reiken om het terug te vinden.
HV: Dat is hoe Emio werkt. Hij houdt ons alert en blijft kleine dingen veranderen zodat we ons nooit helemaal verliezen in het materiaal. Hij wilt dat we in het moment blijven.
QD: Dat is ook hoe we verbinding maken als groep. We blijven ons de hele tijd bewust van de beweging en van elkaar, ieder vanuit het eigen lichaam.
Is dat de grootste uitdaging van de dansvoorstelling, de connectie vinden als groep?
HV: De paradox en moeilijkheid is altijd het focussen op de eigen beweging en tegelijkertijd bewegen als groep. Dat is ook de schoonheid van het werk. Hoe kan ik als individu iets bijbrengen, terwijl ik ook het moment en de ruimte deel met anderen. Zeker als je niet kan terugvallen op muziek of cues.
MW: Voor mij gaat het samen: hoe meer ik me verbonden voel met mezelf, hoe beter ik me kan relateren aan de groep. Als ik zelf weet waar ik sta, kan ik ook anderen daarin meenemen.
KA: Ik voel het juist omgekeerd. Als ik het zelf nog niet helemaal weet, laat ik me leiden door de groep. Ik voed me … bijna als een parasiet… aan de groep en kan dan zelf weer verder.
Voelen jullie je verbonden met de termen die jullie meekregen voor deze voorstelling en de statements die jullie er zelf over schreven?
AI (Exclusive): Voor mij werkt het goed. Ik heb voor mijn statement echt geput uit de ervaring van het dansen: I am exclusive because I am ephemeral.
HV (Divine): Voor mij ook. Ik kan me er helemaal in vinden. I am divine by choice.
MW (Cosmic): Ik schreef: I am cosmic because I am in constant motion en dat beschrijft mij eigenlijk heel goed.
KA (Generous): Ja! Zij is echt altijd in beweging. Het nadenken over het statement bracht me veel dichter bij het werk, het informeerde me. I am generous like an anonymous entity.
QD (futuristic): I am futuristic because I am an universal and timeless cycle of aspirations to transcend. Het statement inspireert me om voor mezelf een lijn te vinden door de voorstelling heen. Deze lijn heb ik nog niet gevonden, , maar dat komt wel wanneer we vaker een doorloop doen.
TH (Pure): Ik voel me helemaal niet puur. Dus het is best lastig. Ik probeer het nu te interpreteren als: niet labelen of oordelen. Iedere beweging, iedere ontmoeting op de dansvloer heel open te benaderen: I am pure because I am undefined.
Jullie zijn samen zes van de stellingen, wat zijn de overige vier uit de decaloog?
Gezamenlijk: Emio en Pieter zijn Trust. Er is ook Infinity…dat zijn de ontwerpers: licht (Henk Danner), ruimte (Minsuk Cho), kostuums (Clifford Portier): alle grenzen vervagen. Zij zorgen voor een oneindig beeld.
En Soul? Dat is de parfumeur, Alessandro Gualtieri. Er zit ook geur in de voorstelling. En wat missen we dan nog? (stilte)
…
Inhumanity! Wie is dat? Ik weet het niet meer. Jij? Nee… Een onmenselijk iemand? Geen idee. Let’s see!
Première PARA|DISO Revisited: 17 januari Theater de Meervaart