Home » Review
Overture - David Dawson. © Hans Gerritsen

Transatlantic van Het Nationale Ballet speelt met ballettradities

Carolien Verduijn

Transatlantic - Het Nationale Ballet
Gezien: 11 juni, Nationale Opera & Ballet, Holland Festival - SPEELLIJST

Vier jonge “rebellen van de dans” komen samen in Transatlantic. Zo noemt Het Nationale Ballet de mannen Justin Peck, George Williamson, Ernst Meisner en David Dawson op hun website. Al blijft rebelleren binnen een instituut als Het Nationale Ballet een relatief begrip. Er wordt nog volop teruggegrepen naar bekend vocabulaire, maar leuk zijn de choreografieën wel.

Year of the Rabbit - Justin Peck

Year of the Rabbit was in 2012 de doorbraak van de toen nog maar 25-jarige Peck. En ik snap waarom. Dit moet een feest zijn om te dansen. Het plezier van de dansers straalt af op de zaal. In marineblauwe matrozenrokjes en ‘zwempakken’ glijden de dansers languit over het podium in formaties, waarna ze weer plaatsmaken voor een romantische pas de deux. Peck breekt met de traditie door de manier waarop leden van het corps de ballet de kans krijgen om te soleren, en de solisten nu eens plaatsnemen in het corps de ballet.  Af en toe maakt de vrolijke sfeer plaatst voor wat dreiging, romantiek of angst, maar deze emoties zetten nooit echt door. Year of the Rabbit is daarmee een soort Disney-dans; af en toe wat spanning, maar alles verpakt in gepolijste, heldere bewegingen. Het sprookje loopt hoe dan ook goed af.

Year of the Rabbit - Justin Peck. © Hans Gerritsen

Crane - George Williamson

Hoe anders is de sfeer in Crane van Williamson. Tegen een dreigende lucht van dikke rookwolken tekent zich het silhouet van een kwetsbaar groepje dansers af. Hun metallic gekleurde bodysuits delen mee in de kille sfeer. Het gekke is dat die dreigende sfeer maar beperkt voelbaar is in de dans en muziek. De klassieke sprongen vormen zich iets om met slangachtige hoofdbewegingen die vervreemden, maar deze danstaal zet niet door.

Crane met ensemble. © Hans Gerritsen

Merge - Ernst Meisner

Een fijn intermezzo vormt Merge. Een kort duet van een ongebruikelijk danskoppel: de ervaren eerste soliste Igoné de Jongh en het nieuwe gezicht Martin ten Kortenaar, die sinds 2015 onderdeel is van het corps de ballet. Meisner maakte het duet in samenspraak met zijn dansers, en dat is te zien. Waar De Jongh met de beheersing en rust van een ervaren ballerina bezit neemt van het podium zonder dat ze daar enige moeite voor lijkt te hoeven doen, is Ten Kortenaar de jonge danser die constant zijn eigen grenzen, en die van het publiek, test. Met evenwichtsexperimentjes houdt hij het publiek en zichzelf in spanning, om vervolgens weer vol trots en bravoure het publiek uit te dagen met hoge sprongen en draaien. De dynamiek tussen de twee dansers is fascinerend om naar te kijken.

Merge - Ernst Meisner. © Hans Gerritsen

Overture - David Dawson

Gek genoeg is het stuk met de titel Overture voor het laatst bewaard. Hoewel de eerste drie stukken aangenaam zijn om naar te kijken, vormt Overture  het hoogtepunt van de avond. In rijen geformeerde dansers worden omgeven door hoge grijze muren. Hun fluorroze, -groene en –gele bodysuits steken fel af tegen de hoge grijze muren die hen omgeven. Lange TL-staven verspreiden een kil licht. Adembenemend waren de momenten van georganiseerde groepschaos. Vijftig minuten lang was elk besef van tijd weg, tot de TL-staven langzaam verticaal op het podium werden gezet. Ze namen de plek in van de dansers. De technologie vereenzelvigt met het goddelijke, en uiteindelijk ook met de dansers.

De jonge choreografen in Transatlantic breken met enkele dogma’s binnen de balletwereld, hoewel ‘rebellie’ een iets te grote term is.  Maar Transatlantic toont wel vier gevarieerde choreografieën met voor elke toeschouwer wat wils.

Meer inspiratie