Home » Review
Until the Lions - Akram Khan. © Jean Louis Fernandez

Akram Khan (her)schrijft geschiedenis in Until the Lions

Tara Boonstra

Until the Lions - Akram Khan
Gezien: 23 juni - Holland Festival: Internationale podiumkunsten, Amsterdam

In Until the Lions speelt de Britse choreograaf Akram Khan met het contrast tussen man en vrouw, licht en donker, vooruitgang en stilstand, vergeving en wraak. Het zijn deze (schijnbare) tegenstellingen die deze dansvoorstelling niet alleen tot een duister sprookje maken, maar ook diepgang geven en de kijker aanzetten tot nadenken.

Uit de luidsprekers klinkt een onheilspellende diepe bas die met de minuut luider wordt en door de ruimte gonst. In de gebarsten dwarsdoorsnede van de boomstam die als podium functioneert, steken angstaanjagend scherpe punten van speren omhoog. Erlangs cirkelt mysterieuze rook. Daartussen beweegt zich het krachtige, van spieren doorvlochten lichaam van een mannelijke krijger. Of is ‘hij’ toch een ‘zij’? In het gedimde licht, dat doet denken aan gefilterd zonlicht in een dichtbebost gebied, lijken de spieren zachter te worden, en zijn lichaam tengerder. Sluw en soepel als een klein dier glijdt Shikhandi over de grond, terwijl hij de speren verzamelt en weglegt. Dan gaat er een alarmerende sirene af, gevolgd door krachtige percussieklanken en het wild, haast schreeuwende zingen van de vier muzikanten die zich rondom het podium hebben verzameld.

Until the Lions - Akram Khan. © Jean Louis Fernandez

De leeuw en de jager

In een nieuwe interpretatie van schrijver en dichter Karthika Naïr zet Khan samen met de dansers Ching Ying Chien en Christine Joy Ritter een intrigerende bewerking neer van een oeroud Indiaas heldenepos, de Mahabarata, waarbij hij hedendaagse dans met de traditionele verhalende dansvorm kathak vermengt. De titel van de dansvoorstelling, Until the Lions, is afgeleid van een gezegde in de Afrikaanse Ugbo-cultuur. In vertaling luidt het volledige gezegde: ‘Tot de leeuwen hun eigen historici hebben, zal de geschiedenis van de jacht altijd de jager verheerlijken’.

Wanneer een machtige jager, Bheeshma, prinses Amba op de dag van haar huwelijk ontvoerd. wordt ze - omdat ze met een man is geweest, verstoten door haar familie, haar verloofde en de samenleving. Ze danst alsof ze probeert los te breken uit het korset waarin de maatschappelijke regels haar gevangen houden. Tijdens die worsteling verliest ze de controle over haar eigen lichaam: vingers, tenen en andere ledematen kronkelen in posities die uitdrukking geven aan haar ongemak.

Until the Lions - Akram Khan. © Jean Louis Fernandez

Bheeshma, gedanst door Khan, straalt met zijn opgeheven hoofd en agressieve bewegingen volledige autonomie uit. Wanneer Amba verstoten door iedereen, bij hem terugkomt in de hoop dat hij haar eer kan herstellen, plaatst hij zich als een ijzeren harnas voor haar, waar zij zich in radeloosheid tegenaan gooit. Maar ze kan niet door zijn pantser dringen. Met opgeheven hoofd draait hij zich van haar af en als toppunt van dominantie werpt hij haar tegen de grond, waarbij hij haar met zijn ogen haar plaats wijst.

In dit verhaal is prinses Amba duidelijk de leeuw: ze heeft geen eigen geschiedenis, geen stem in de maatschappij. Net als in het oorspronkelijke verhaal in de Mahabarata wordt haar geschiedenis, haar leven, overschaduwt door de wereld van mannen en jagers. Totdat Amba besluit die geschiedenis zelf te schrijven door te strijden voor rechtvaardigheid. Bovendien wordt de rol van geschiedschrijvers vervult door de muzikanten rondom het podium. Klassiek, traditioneel gezang vertolkt schreeuwend en dan weer fluisterend de stem van Amba.

Until the Lions - Akram Khan. © Jean Louis Fernandez

De stem van man én vrouw

Na Bheeshma’s afwijzing steekt Amba zichzelf in brand. De rode gloed van vlammen schijnt door het opengebroken podium, maar in koud licht wordt Amba herboren en keert ze terug als Shikhandi, de krijger uit het begin van de voorstelling. De verwarring die Shikhandi met betrekking tot zijn sekse in het begin nog opriep, blijkt een functie te hebben: Khan speelt hier bewust met de aard van het man- en vrouw zijn. Amba, krijgt met haar wedergeboorte als Shikhandi een tweede, mannelijk lichaam, zonder dat daarmee haar vrouw-zijn verloren gaat. Als een schaduw danst Shikhandi aan Amba’s zijde en begeleidt hij haar in het nemen van wraak op Bheeshma. Shikhandi en Amba bewegen synchroon of versterken elkaar en hierdoor lijkt hun verschil in sekse op te lossen. Zij staan hier zij aan zij, als man en vrouw in één identiteit. Shikhandi en Amba smelten samen om te streven naar rechtvaardigheid, de dood van Bheeshma.

"It’s time to redeem’ zingt een stem. ‘It’s time to reclaim your end." Amba heeft haar einde, maar vooral zichzelf, teruggeëist doordat ze zichzelf in brand stak en ze heeft zich daarmee verlost van de tot sekse beperkende regels die de maatschappij haar heeft opgelegd. Zo weet Khan in deze duistere, mythische en soms haast filmische performance Amba eindelijk een stem te geven.

Meer inspiratie