Landelijk Kunstinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst

Kunstdocenten betalen de prijs van aanhoudende bezuinigingen op amateurkunstvoorzieningen

Docenten en artistiek leiders in de buitenschoolse kunsteducatie en amateurkunst verdienen gemiddeld nog geen 1.700 euro bruto per maand. Daarvan is de helft afkomstig uit het lesgeven en amper een tiende uit werk als atistiek leider. Een kwart van hun inkomsten halen zij uit werk buiten de kunsten, uit een uitkering of studiebeurs en uit overige bronnen. Dit blijkt uit onderzoek van het LKCA, dat is gepubliceerd in het recent verschenen boek Zicht op actieve cultuurparticipatie 2014, een gezamenlijke uitgave van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) en het Fonds voor Cultuurparticipatie.

Boek: Zicht op actieve cultuurparticipatie 2014

Het verslag Zicht op actieve cultuurparticipatie wordt om de twee jaar uitgegeven en schetst een beeld van vraagstukken en trends in de buitenschoolse cultuureducatie en amateurkunst. De volgende editie verschijnt in het najaar van 2016. Het komt in de plaats van het Jaarboek actieve cultuurparticipatie, dat vier edities beleefde.

Het boek Zicht op actieve cultuurparticipatie 2014 kan worden besteld via de website van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst. Prijs €15. Redactie: Teunis IJdens en Jan Jaap Knol

Kunstdocenten betalen de prijs voor bezuinigingen

Gemeenten hebben de afgelopen jaren zwaar bezuinigd op de kunstencentra en de muziekscholen. Om toch te toch blijven voortbestaan, zoeken zij winstgevende activiteiten en ontslaan zij personeel. Vervolgens werken zij in een nieuwe rechtsvorm verder met dezelfde docenten, of een deel daarvan, die dan als zzp'ers of in coöperaties van zelfstandigen werkzaam zijn.

Andere onderwerpen die aan de orde komen in het boek:

  • Per dag worden er 55 miljoen foto's en filmpjes geüpload via het populaire platform Instagram. Vraagt online kunst om andere beoordelingscriteria dan offline kunst?
  • Het percentage amateurkunstbeoefenaars lijkt de laatste tien jaar te dalen. Worden andere vormen van vrijetijdsbesteding populairder?
  • Hoe komt de participatiesamenleving tot uiting in gemeentelijk cultuurbeleid?